Onze mensen

Is uw regeling al Wgr-proof of heeft u vragen over het wijzigen van uw regeling?

Guido Lafeber

Spreek een adviseur
Onze adviseurs staan voor je klaar

In vrijwel iedere opdracht zitten interessante en uitdagende 'nieuwigheden' waarmee mijn van nature nieuwsgierige aard wordt geprikkeld.

Victor Eiff

spreek een adviseur
Onze mensen

Gemeenten, kent u uw decentrale ruimte?

Gemeenten moeten beleidsterreinen politiseren en meer politieke keuzes durven maken. Dat is een pleidooi wat met regelmaat in opiniestukken en columns de revue passeert.[1] Om deze keuzes te maken hebben gemeenten echter inzicht nodig in de ruimte die beschikbaar is om daadwerkelijk te kiezen. En juist daar vormt zich een knelpunt. Gemeentebesturen zijn namelijk maar weinig bekend met deze decentrale ruimte. Hierdoor worden kansen gemist, en blijven (soms noodzakelijke) politieke discussies achterwege. Er is echter een systematische manier om deze ruimte in beeld te brengen: de ‘casco-systematiek’.

Als gevolg van diverse decentralisaties, een toename in het takenpakket en de nijpende financiële situatie waar veel gemeenten zich met regelmaat in bevinden, is de vraag over de decentrale keuzeruimte de afgelopen jaren steeds actueler geworden. Gemeenten worden opgeroepen om politieke keuzes te maken op complexe beleidsterreinen, zoals de jeugdzorg.[2] En juist daar knelt het bij veel gemeenten: want juist op het beleidsterrein waar de kostenoverschrijdingen het hoogst zijn, is het inzicht in de decentrale keuzeruimte voor colleges en gemeenteraden vaak het beperktst.

Hoe breng je de decentrale keuzeruimte in beeld?

De decentrale begrotingsruimte wordt inzichtelijk wanneer je enerzijds weet wat de minimale kosten zijn voor het uitvoeren van de wettelijk verplichte taken en wanneer je anderzijds inzichtelijk hebt met welke opbrengstenposten je kunt schuiven.

Een voorbeeld: schuldenproblematiek

Het is bekend dat schuldenproblematiek een belangrijke veroorzaker is van zorgkosten. Gezinnen met schulden hebben vaker te maken met jeugdzorg en hebben meer Wmo-voorzieningen nodig. Gemeenten hebben daarbij de mogelijkheid om (politieke) keuzes te maken in bijvoorbeeld het kwijtscheldingsbeleid. Denk aan de keuze waar een gemeente de vermogensnorm legt om in aanmerking te komen voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Er zit, kortgezegd, ‘schuifruimte’ binnen deze gemeentelijke inkomsten. En dat geeft dus ruimte voor politieke keuzes.

Een ander voorbeeld: leges

Iedere gemeente kent een legesverordening, die door de gemeenteraad wordt vastgesteld. Artikel 229b van de Gemeentewet bepaalt dat op verordeningenniveau de gemeente niet meer leges mag heffen dan de kostprijs. De kort-door-de-bocht-interpretatie van deze bepaling is: voor leges mag niet meer geheven worden dan de kostprijs.

Meer ruimte voor politieke discussie

In dit voorbeeld is echter meer ruimte voor politieke discussie dan deze passage uit de Gemeentewet doet vermoeden. Het zinnetje op verordeningenniveau geeft namelijk ruimte om politieke keuzes te maken over de hoogtes van leges, en zelfs over òf er leges geheven worden voor specifieke activiteiten. En dat geeft ruimte om afwegingen te maken. Want wil de gemeente wel leges heffen op bijvoorbeeld het afgeven van een collectevergunning voor een ideëel doel of het aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart? En als dit niet het geval is: welke leges mogen dan verhoogd worden, om het tekort aan opbrengsten voor deze leges te compenseren?

Gemeentebesturen zijn echter maar weinig bekend met de decentrale ruimte die beschikbaar is binnen deze verordeningen. Terwijl inzicht in deze decentrale ruimte cruciaal is om politieke keuzes te kunnen maken.

De vraag is hoe gemeenten de decentrale ruimte systematisch in beeld kunnen brengen om ook keuzes te maken op complexere beleidsterreinen, zoals de jeugdzorg of de Wmo.

Decentrale ruimte in beeld met Casco-methode

Doormiddel van de casco-systematiek kunnen gemeenten de decentrale ruimte in beeld brengen. Aan de kostenkant kan een gemeente deze ruimte vinden door het wettelijke minimale voorzieningenniveau te definiëren en de hierbij behorende minimale uitvoeringskosten te berekenen. Dit is het ‘Casco’-kostenniveau. Dit kostenniveau moet worden beschouwd als het theoretisch minimum. Uiteraard zijn er bovenop dit minimumniveau nog uitvoeringskosten die voortvloeien uit (niet-wettelijke) verplichtingen. Deze kunnen bijvoorbeeld in het verleden zijn aangegaan en kunnen vaak niet zomaar worden gestopt. Dit kunnen afschrijvingen zijn maar ook langlopende contractuele verplichtingen. Ook zijn er programmakosten die volgen uit bovenwettelijk beleid. Met de Casco-methode wordt inzichtelijk welk deel van de kosten vastliggen en welke kosten kunnen worden geschrapt. Op korte of langere termijn. En daarmee wordt ook inzichtelijk waar de ruimte voor politieke discussie zich bevindt.

Gemeenten: er valt iets te kiezen
Zeker als gevolg van diverse decentralisaties is bij lokale besturen de vraag ontstaan welke ruimte zij hebben om keuzes te maken in het eigen lokale beleid. Met de casco-methode wordt dit inzichtelijk gemaakt. Dit geeft lokale besturen handvatten om keuzes te maken, en maakt het voor gemeenteraden mogelijk voorheen technocratische discussies over details te vervangen door inhoudelijke discussies over beleid. Immers: voordat politieke keuzes kunnen worden gemaakt, moet inzichtelijk zijn dat er überhaupt iets valt te kiezen.

Noten

[1] Zie bijvoorbeeld: ‘Raad: durf politieke keuzes te maken’ | VNG en Scherpe keuzes (binnenlandsbestuur.nl)
[2] Zie bijvoorbeeld: Betoog: Maak de jeugdzorg weer politiek | VNG.

Meer weten?

Wilt u meer weten over de casco-methode van KokxDeVoogd? Of bent u benieuwd naar hoe een casco-benadering voor uw gemeente kan uitwerken? Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze adviseurs.