Een toekomstvisie voor rust, samenhang en richting in het sociaal domein
Inleiding
Het sociaal domein kraakt in zijn voegen. Gemeenten draaien overuren om beleid te maken, ondersteuning en zorg te organiseren en verantwoording af te leggen aan het Rijk, terwijl inwoners vooral behoefte hebben aan duidelijkheid en consistentie.
Babs stelt de vraag die eigenlijk iedereen zich zou moeten stellen: “Waarom hebben we in Nederland wél een Omgevingswet die kaders schept voor de fysieke leefomgeving, maar niet voor het sociaal domein?”
Haar antwoord is even ambitieus als logisch: het is tijd voor één Integratiewet Sociaal Domein. Een wet die zorgt voor rust, samenhang en richting, niet voor meer regels, maar voor een heldere structuur waarin beleid, uitvoering en verantwoording eindelijk bij elkaar komen. Met daarboven een Nationale Visie Sociaal Domein (NVSD).
Waarom het nu niet werkt
In het huidige stelsel ontbreekt een overkoepelend kader. Gemeenten voeren wetten uit (zoals de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet), maar die wetten spreken niet tot elkaars verbeelding en het gedachtegoed van integraal werken. Dit terwijl integraal werken steeds meer als wenselijk wordt beschouwd.
Er is geen gezamenlijk doel, geen samenhangende visie. Het Rijk zegt tegen gemeenten: “Werk integraal.” Maar tegelijkertijd blijven de regels, financieringsstromen en verantwoordingslijnen versnipperd over meerdere ministeries.
Babs: “We zijn begonnen met de wet en hebben daarna tegen gemeenten gezegd: maak er maar beleid bij. Terwijl het andersom zou moeten zijn.”
Het gevolg is bestuurlijke onrust, kortetermijnbeleid en een voortdurende zoektocht naar samenhang die steeds opnieuw moet worden uitgevonden.
Leren van de Omgevingswet
De Omgevingswet laat zien dat het anders kan. Daarin is helder vastgelegd wie waarvoor verantwoordelijk is. Er is één visie, één plan, één kader. De uitvoering is lokaal, maar de richting is landelijk bepaald.
Babs ziet dat als inspiratiebron: “Elke gemeente heeft één omgevingsvisie en één omgevingsplan, met één of meerdere programma’s, gebaseerd op de landelijke Omgevingswet. Waarom niet iets vergelijkbaars voor het sociaal domein?”
Een Integratiewet Sociaal Domein zou dezelfde logica volgen:
- Één landelijke visie die waarden, doelen en maatschappelijke prioriteiten vastlegt.
- Één landelijke juridisch fundament die een stelsel creëert en dient als startpunt voor de lokale en regionale instrumenten.
- Één planstructuur waarin gemeenten hun lokale invulling geven binnen gezamenlijke kaders en vaststaande lokale instrumenten zoals een Lokale Visie Sociaal Domein, Sociaal Domeinplan en Social domein programma’s
- Één verantwoordingslijn, die eenvoudiger en eerlijker is
Zo’n structuur schept duidelijkheid en voorkomt dat iedere gemeente opnieuw het wiel uitvindt (iedere zoveel jaar opnieuw). Bovendien trekken we in zo’n situatie direct lessen uit de implementatie van de Omgevingswet: wat zijn de best practices, waar lopen de verschillende overheidslagen tegenaan, wat kunnen we beter doen?
Rust in beleid en uitvoering
Een belangrijk voordeel van één kader is rust. Rust in beleid, rust in uitvoering, rust in verwachtingen.
Babs: “Als je nu als gemeente iets verandert, kan dat over twee jaar alweer anders zijn. Dat vreet energie. Stel kaders vast voor de komende 25 jaar, en blijf daar vanaf.”
In haar visie zou het Rijk één helder raamwerk vastleggen – en dat voor langere tijd ongemoeid laten. Gemeenten krijgen vervolgens de ruimte om binnen dat kader te werken, te leren en te verbeteren. Niet steeds herorganiseren, maar fine-tunen. Die voorspelbaarheid zorgt niet alleen voor continuïteit, maar ook voor vertrouwen: tussen Rijk en gemeenten, tussen gemeenten en inwoners, en tussen professionals en bestuur. Niet bij iedere politieke wissel opnieuw beginnen: keuzes liggen voor meerdere jaren vast. Juist de transitie zelf kost geld.
Meer dan zorg alleen
Een Integratiewet Sociaal Domein gaat volgens Babs niet alleen over zorg en ondersteuning. Het gaat over leefbaarheid en veiligheid, over samenhang tussen fysieke en sociale vraagstukken.
“Leefbaarheid, veiligheid en het sociaal domein zijn onlosmakelijk verbonden,” zegt ze. “Een leefbare wijk ontstaat niet met stenen alleen, maar met mensen die meedoen, zich veilig voelen en gezien worden.”
Door die thema’s in één visie te verbinden, ontstaat een bredere benadering van welzijn, waarin preventie, gezondheid, participatie en sociale cohesie elkaar versterken in plaats van concurreren.
Naar één kader, één koers
De oproep van Babs is geen pleidooi voor meer regels, maar voor richting. Een helder sociaal-domeinkader schept ruimte voor maatwerk, samenwerking en duurzame oplossingen.
Het vraagt lef van het Rijk om los te laten waar het detail stuurt, en te kiezen voor waar het echt om gaat: duidelijkheid in doelen, vertrouwen in de uitvoering en consistentie over de jaren heen.
“Beter één keer goed veranderen dan eindeloos blijven repareren,” zegt Babs. “Met één sociaal-domeinkader kunnen we eindelijk bouwen aan iets dat blijft staan.”
Slot
De decentralisaties van de afgelopen tien jaar hebben veel geleerd, maar weinig structuur gebracht. Gemeenten hebben bewezen dat zij de uitvoering aankunnen, mits ze niet voortdurend hoeven te schipperen tussen wetten, regels en verwachtingen.
Een Integratiewet Sociaal Domein kan het fundament zijn voor de volgende fase: van los zand naar samenhang.
Het is tijd om niet langer te dweilen met beleidsnota’s, maar om het systeem zelf te hervormen.
Tijd voor één visie, één plan en één sociaal-domeinkader.