De Nederlandse rechtsstaat staat onder druk. Recente rapporten en publicaties laten zien dat zowel interne als externe factoren de stabiliteit en houdbaarheid van onze democratische rechtsorde bedreigen.
Dit vraagt om een serieuze maatschappelijke en politieke discussie: hoe zorgen we ervoor dat de rechtsstaat functioneel en weerbaar blijft?
Vertrouwenscrisis en politieke onwil
De Raad van State waarschuwde in april 2024 dat de rechtsstaat dreigt te verzwakken als de vertrouwensrelatie tussen overheid en burger niet verbetert. Vicepresident Thom de Graaf benadrukte dat de overheid toegankelijker moet worden en dat kwetsbare burgers niet mogen worden buitengesloten van rechtsbescherming. Toch laat de praktijk zien dat de politieke wil om de rechtsstaat echt te versterken te wensen overlaat.
Een staatscommissie uitte in juni 2024 haar zorgen over de Haagse bereidheid om structureel te investeren in de rechtsstaat. Cruciale beslissingen worden vooruitgeschoven of afgezwakt, waardoor de fundamentele rechten van burgers onder druk komen te staan. Dit is niet alleen een juridisch probleem, maar tast ook het vertrouwen in de overheid aan.
Geopolitieke en technologische uitdagingen
Niet alleen interne factoren bedreigen de rechtsstaat, ook externe ontwikkelingen spelen een grote rol. Het Haags Centrum voor Strategische Studies publiceerde in februari 2025 een rapport waarin werd gewezen op de invloed van geopolitieke spanningen, digitale dreigingen en economische onzekerheden.
De razendsnelle opkomst van kunstmatige intelligentie en datamonopolies roept nieuwe vragen op over privacy, veiligheid en de rol van de overheid. Bovendien worden democratische instituties wereldwijd ondermijnd door desinformatiecampagnes en buitenlandse inmenging, ontwikkelingen waar Nederland niet immuun voor is. De rechtsstaat moet zich hierop voorbereiden en wapenen tegen deze nieuwe vormen van ondermijning.
De financiële realiteit: te weinig middelen?
Een belangrijk dilemma is de financiering van noodzakelijke verbeteringen in de rechtsstaat. De staatscommissie schatte in juni 2024 dat er jaarlijks 1,6 miljard euro nodig is om het rechtssysteem robuuster te maken. Dit bedrag zou onder andere moeten worden besteed aan de versterking van de sociale advocatuur en het toegankelijker maken van uitvoeringsorganisaties voor burgers.
Het toenmalige kabinet stelde echter slechts 200 miljoen euro beschikbaar. Een fractie van wat nodig is. Dit betekent dat problemen in de rechtspraak, de juridische bijstand en de handhaving grotendeels blijven bestaan. Dit leidt niet alleen tot rechtsongelijkheid maar ook tot verdere afbrokkeling van het vertrouwen in instituties.
Conclusie: wachten is geen optie
De signalen zijn glashelder: zonder doortastend optreden zal de Nederlandse rechtsstaat steeds kwetsbaarder worden. Dat vraagt om politieke moed en een serieuze langetermijnvisie. Investeren in de rechtsstaat betekent investeren in het vertrouwen van burgers, in eerlijke rechtspraak en in weerbare instituties die bestand zijn tegen zowel interne als externe druk. De vraag is niet óf actie nodig is maar hoe lang we nog kunnen wachten.