Referentieproject

Decentrale ruimte omgevingsrecht

Adviseur(s): Norbert de Blaay / Harm Borgers / Ben Kokx / Roos Molendijk en Elise van Leest 
Beleidsterrein: Fysiek domein
Adviesgebied: Strategie en beleid

Vraag van opdrachtgever

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verwacht veel van decentraliseren van de rijksregels. Doordat circa duizend regels voor gemeente, provincies en waterschappen voortaan toesneden kunnen worden op de lokale situatie moeten deze regels simpeler en duidelijker worden. Het ministerie maakt zich echter zorgen of lokale overheden zich wel beseffen wat welke mogelijkheden er ontstaan door decentralisatie. Daarnaast is de vraag of decentralisatie niet zorgt voor meer regeldruk doordat verschillen in regelgeving tussen gemeenten voor landelijk opererende bedrijven extra administratieve lasten oplevert.

Aard van de opdracht

In dit project hebben wij in kaart gebracht waar de toegenomen decentrale ruimte zit per bevoegd gezag, waar het te verwachten is dat medeoverheden hun regels zullen aanpassen en welke plaatselijke verordeningen ingebouwd moeten worden in het Omgevingsplan. Daarnaast is er een antwoord gezocht op de vraag hoe medeoverheden de toegenomen ruimte het beste kunnen benutten, vanuit de inhoudelijke opgave die er voor het betreffende gebied ligt  en met oog voor  zo min mogelijk bestuurslasten en regeldruk.  Daarvoor hebben we een ‘cijferslotmodel’ ontwikkeld. Dit model legt de relatie tussen (1) de mogelijkheden die bestuursorganen van de wetgever krijgen in het kader van de decentrale ruimte, (2) de inhoudelijke opgave voor het betreffende gebied en de bestuurlijke ambities die het bestuursorgaan daarbij heeft en (3) de te treffen maatregelen, rekening houdend met de daaruit volgende bestuurslasten en administratieve lasten. Met dit model beogen wij bestuursorganen te helpen in hun afwegingsproces over hoe de decentrale ruimte op een goede manier te gebruiken.

Resultaat

Wij hebben onze bevindingen vastgelegd in een rapportage, waarin ook het ‘cijferslotmodel’ uitgewerkt wordt. Verder zijn in de rapportage verschillende voorbeelden uitgewerkt op welke wijze decentrale ruimte kan worden toegepast. Het betreft een rapportage waarvoor draagvlak bestond bij de verschillende koepels en BZK.

De rapportage maakte onderdeel uit van de documenten die aan de Eerste en Tweede Kamer zijn aangeboden. Daarnaast wordt het door BZK en de koepels als bronmateriaal voor verschillende vervolgopdrachten gebruikt.