Van den Dikkenberg schrijft in zijn artikel op VNG.nl het volgende:
“Beleidsresponsiviteit heet het, de mate waarin beleid aansluit op de voorkeuren van burgers. Verkiezingen hebben hier een cruciale invloed op. In de ideale situatie vormt het gemeentebestuur na de verkiezingen een goede afspiegeling van de inwoners van de gemeente en voert de gemeente beleid dat door die inwoners gewenst is. Als de meerderheid van de inwoners voor een extra zwembad is, dan zal een meerderheid van de raad idealiter óók voor zijn, en komt dat zwembad er ook.
In juni van dit jaar kwam onderzoeker Babs Broekema (Erasmus Universiteit) al tot de conclusie dat de wens van de kiezer weinig invloed heeft op het beleid in het sociaal domein. Het is geen onwil van gemeenten, zegt ze nu, ‘maar de financiële ruimte is er vaak niet’. Het onderzoek van Rienks, die recent aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveerde, komt tot een soortgelijke conclusie. Hij keek naar de mate van invloed van burgers op het gemeentebeleid door te stemmen. Bij het bestuderen van de lokale belastingen blijkt volgens hem dat ‘veranderingen in de samenstelling van het gemeentebestuur niet leiden tot veranderingen in de hoogte of de verdeling van lokale belastingen’.
De decentralisaties in het sociaal domein werden in 2015 doorgevoerd zodat gemeenten hun eigen beleid vorm kunnen geven. Dat zou ertoe leiden dat de voorzieningen in gemeenten van elkaar verschillen, afhankelijk van de wensen van de inwoners. En die wensen verschillen wel degelijk van gemeente tot gemeente, constateerde Broekema. Inwoners die kwetsbaarder zijn, stemmen vaker op linkse partijen die kwetsbaren wat sneller willen steunen. Inwoners die financieel meer zelfredzaam zijn, stemmen vaker rechts en verwachten juist een terughoudende overheid.
In de praktijk zie je dat verschil amper terug in het beleid, zag Broekema. ‘Neem het sociaal minimum. Linksere partijen willen mensen vaker tegemoetkomen in de bekostiging van voorzieningen door het sociaal minimum te verhogen. Maar dat kan vaak niet, omdat het geld er niet voor is. Daardoor is er minder variatie in het sociaal beleid dan inwoners zouden willen. Als je wilt dat gemeenten beleid kunnen maken, dan moet je ze daar wel de financiën voor meegeven.’”
Lees het hele artikel hier.