Van bestaansonzekerheid in de bijstand naar een basisinkomen
Een bijstandsuitkering is geen vetpot, dat is algemeen bekend. Veel mensen komen dan ook niet rond. Zij zijn aangewezen op de voedselbank of een aardig familielid of een goed buur die af en toe wat boodschappen brengt. Uitzicht op beter is er bijna niet.
Maar de hulp van derden is niet zonder gevaar. Zo werd recent een vrouw uit de gemeente Wijdemeren veroordeeld tot het terugbetalen van ruim € 7.000 aan uitkering. Zij zou over een langere periode wekelijks boodschappen van haar moeder hebben gekregen, en de rechtbank zag dat als onrechtmatig en als verkapt inkomen.
Twitter ontplofte. De helft vond de rechterlijke uitspraak een schande, de andere helft vond het volkomen terecht dat er uitkering werd teruggevorderd. Wet is wet, en regels zijn regels. Was het maar zo simpel. De wet moge duidelijk zijn, maar het moge ook duidelijk zijn dat leven op bijstandsniveau voor velen gewoon niet te doen is.
De vrouw in Wijdemeren staat niet alleen. Er zijn veel mensen in de bijstand die het zullen moeten hebben van enige naastenliefde of andere aanvulling van een schaars inkomen. Bestaanszekerheid kun je de bijstand eigenlijk niet noemen. Het is meer bestaansonzekerheid. Het wordt tijd om dat te veranderen.
Pleidooi voor basisinkomen
Bijstand is niet meer van deze tijd. Het is niet alleen een archaïsch woord, maar ook een archaïsch gebruik dat niet past in de eerlijke en sociale samenleving die we willen zijn. Van de bijstand kun je de facto niet leven. Van een basisinkomen wel. Het begrijp is niet nieuw, maar de roep om een landelijk basisinkomen wordt nu wel steeds luider.
Steeds meer politieke partijen pleiten voor een eerlijke econome en samenleving en een fatsoenlijk Nederland. Een basisinkomen is de volgende logische stap. En het basisinkomen staat niet op zich. In Groningen en ook in andere gemeenten zijn experimenten met basisbanen.
Overal is grote behoefte aan rugdekking, een beschermlaag en een stevige basis, aan een fatsoenlijk Nederland dat niet alleen in tijden van crisis en corona maar ook overmorgen en voor langere tijd sociale keuzes maakt die onze samenleving eerlijk, gezond en duurzaam maken. Geen bedeling, geen bijstand, geen extra boodschappen, maar bestaanszekerheid. Dat maakt Nederland in de basis een nog fijner land om in te leven. Dat hoort ook bij de staat van morgen.